Uitzichtloos kamperen

Ik vind kamperen prima maar NIET als het regent! Met je natte schoenen de tent in maar, let op, niet verder dan de ingang: dan eerst die schoenen uit anders ligt die hele tent vol modder. En in de ingang die natte jas uit anders wordt die hele tent nat. Niet tegen het tentdoek leunen anders gaat het lekken. En aan het eind van het liedje zit toch die hele tent onder de modder, zijn al je kleren vochtig en heb je het steenkoud in je sloffe slaapzak. Een kop koffie maken is er als je klein be-tent bent niet bij want buiten regent het en binnen kan je geen fikkie stoken. Zo nu en dan moet je naar de wc en met de rol onder je vochtige jas glibber je door het modderige gras naar het openbaar toilet waar je doorglibbert over de vloer omdat daar minstens zoveel modder ligt als buiten. GA NIET KAMPEREN ALS HET REGENT!
Op Lesbos wordt volop gekampeerd, het hele jaar door, weer of geen weer. In kamp Moria maar ook ver daarbuiten. En niet in elitaire de Waard-tenten maar in geïmproviseerde afvaltenten van plastic en oude doeken, gekregen of uit wanhoop weggepakt van het erf van een oude Griekse man die er toch niks tegen kan doen. Stel jezelf voor: de regen heeft de grond kleddernat gemaakt en bij gebrek aan geasfalteerde grond en wegen glibber je de hele dag door een dikke laag modder van de hulppost waar je water kan halen naar ‘het natuurtoilet’ onder de bomen in de verte. Als je teruggemodderd bent naar je tent die staat te klapperen in de harde wind en regen moet je eerst de emmer legen die de regen opvangt die door de kieren tussen doeken en plastic binnenkomt. Je broekspijpen zitten tot aan de knieën onder de modder en je sokken zijn drijfnat. Je hebt geen droog paar meer want alles is altijd nat! Er is geen plek waar je iets kunt drogen, je kunt niet douchen, je voelt je alleen maar vies en koud. Sterker nog: je bént vies en koud. En je kinderen ook. Je wilt een vuur maken maar het enige hout dat je nog kan vinden zijn de olijfbomen van een Griek verderop. In de nacht hak je een paar generaties oude bomen om en de volgende nacht nog een paar. Je stroopt langs tuinen en neemt hier en daar groente en fruit mee voor je familie. Aan het verlies van de Grieken denk je maar niet. En langzaamaan zak je onder je eigen respectniveau omdat je bent geworden wie je niet wilt zijn, omdat je steelt van mensen die je medevluchtelingen jarenlang gastvrij hebben ontvangen, met de beste bedoelingen. Maar wat moet je? Je hebt niks, je bent niks: in Griekenland, in de beschaafde Europese Unie, waar miljoenen Europeanen weten van jouw leed maar daar niks aan doen. Ze weten toch dat je hier bent omdat je alles achter je moest laten, omdat er op je gejaagd werd door een dodelijk regeringsleger met de opdracht alle mogelijke ‘rebellen’ te vermoorden of te verdrijven? Of omdat je van een ongewenste bevolkingsgroep bent of een niet geaccepteerde religie waar je overigens niemand mee lastig viel. Je bent opgejaagd en gehaat of het is je onmogelijk gemaakt een leefbaar bestaan op te bouwen op jouw ‘thuisplek’. Hoe kan het dan dat je hier al maanden vastzit, in de welvarende Europese Unie, zonder perspectief?
Je ziet hoe de Griekse bewoners zich tegen je beginnen te keren. Tolerantie en gastvrijheid transformeren naar weerstand en woede tegen jou en je lotgenoten. Omdat je elkaar begint te beroven van eigendommen en respect. In die vreselijke spagaat gedwongen door de Europese Unie met hun geweldige ‘Turkije-deal’.
Hoe kunnen we de EU dwingen Moria en Lesbos uit die spagaat te halen? Is er onder mijn lezers een ‘Greta Thunberg van Lesbos’? Of beter nog: een ‘Greta Thunberg van alle vluchtelingenkampen in de EU’? Wie het weet mag het zeggen: CALL for ACTION!